Piomieren 09

Nadat ik alle onderdelen van de mier vergroot in klei had uitgewerkt was het prototype klaar. Tijd om de klei goed te laten drogen. Daarna kon hij de oven in voor de biscuitstook. Deze stook op 960 graden maakt de klei, met de minste krimp, hard en solide.

De stevige vormen die het resultaat zijn van de biscuitstook heb ik gebruikt om mallen mee te maken. Om ervoor te zorgen dat het model en de mal niet aan elkaar blijven plakken heb ik het model ingesmeerd met zogenaamde schellak. Deze lak is gemaakt van torrenruggetjes. Gek idee om daar een mier mee in te smeren!

Op elk onderdeel heb ik met een stift de lijnen voor de mallen getrokken. Elk deel moet ‘lossend’ zijn. Dat wil zeggen dat een driedimensionale vorm makkelijk uit de mal losgemaakt kan worden. Zo bestaat de mal voor het middendeel uit maar liefst 12 onderdelen. Dit is dus een hele puzzel. In totaal heb ik 58 maldelen gemaakt.
De gietmallen maak je altijd van gips. Gips onttrekt namelijk vocht uit de klei.

Bij het mallen maken is het de truc om voor elk maldeel een afkadering te maken van klei en planken waarbinnen je gips kan gieten. Je moet dus in spiegelbeeld werken. Als het eerste maldeel hard is haal je de klei weg en maak je met klei, planken en het eerste maldeel een afkadering voor het tweede maldeel. Enz.

Lees verder